Welke harde schijven er ook gebruikt worden, er zijn altijd mogelijke problemen:
Ze kunnen te klein zijn.
Ze kunnen te traag zijn.
Ze kunnen te onbetrouwbaar zijn.
Er zijn verschillende oplossingen voor deze problemen voorgesteld en geïmplementeerd. Eén manier waarop gebruikers zich wapenen tegen een aantal van deze problemen is door meerdere en soms ook redundante schijven te gebruiken. Naast ondersteuning voor verschillende kaarten en controllers die hardware-RAID ondersteunen, bevat het FreeBSD basissysteem ook de Vinum Volume Manager, een “blokapparaatstuurprogramma” waarmee virtuele schijven gemaakt kunnen worden. Vinum is een zogenaamde Volume Manager, een stuurprogramma voor virtuële schijven dat deze drie problemen in beschouwing neemt. Vinum biedt meer flexibiliteit, prestaties en betrouwbaarheid dan traditionele schijfopslag en er kan RAID-0, RAID-1 en RAID-5 mee gemaakt worden of een combinatie van deze RAID-niveaus.
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de mogelijke problemen die traditionele schijfopslag met zich meebrengt en de Vinum Volume Manager wordt geïntroduceerd.
Opmerking: Vanaf FreeBSD 5, is Vinum herschreven om in de GEOM-architectuur (Hoofdstuk 20) te passen, met behoud van de originele ideëen, terminologie, en metagegevens die op de schijf staan. Deze herschrijving wordt gvinum (voor GEOM vinum) genoemd. De volgende tekst refereert aan Vinum als een abstracte naam, onafhankelijk van de implementatievariant. Alle commando-aanroepen dienen nu met het commando gvinum gedaan te worden, en de naam van de kernelmodule is veranderd van vinum.ko naar geom_vinum.ko, en alle apparaatknooppunten bevinden zich in /dev/gvinum in plaats van /dev/vinum. Sinds FreeBSD 6 is de oude implementatie van Vinum niet meer beschikbaar in de broncode.