Deze begrippenlijst bevat de termen en acroniemen die binnen de FreeBSD gemeenschap en documentatie worden gebruikt.
Zie: ACPI Machinetaal
Zie: ACPI Brontaal
Pseudocode die wordt geïnterpreteerd door een “virtual machine” binnen een ACPI-compliant besturingssysteem die een laag biedt tussen de onderliggende hardware en de gedocumenteerde interface van het OS.
De programmeertaal AML is hierin geschreven.
Een lijst toestemmingen gekoppeld aan een object, meestal òfwel een bestand òfwel een netwerkapparaat.
Een specificatie die een abstractie biedt van de interface die de hardware aan het besturingssysteem biedt, zodat het besturingssysteem niets hoeft te weten over de onderliggende hardware om er het maximale uit te halen. ACPI is een evolutie en opvolger van de functionaliteit die daarvoor door APM, PNPBIOS en andere technologieën werd geleverd en faciliteert in de controle van stroomverbruik, de slaapstand, het in- en uitschakelen van apparaten, etc.
Een verzameling procedures, protocollen en gereedschappen dat de canonieke interactie van één of meer programmadelen specificeert; hoe, wanneer en waarom ze samenwerken, en welke gegevens ze delen of bewerken.
Een API dat het besturingssysteem in staat stelt om samen te werken met het BIOS om zo energiebeheer na te streven. APM is voor de meeste toepassingen ingehaald door de veel generiekere en krachtigere ACPI-specificatie.
Een daemon die automatisch een bestandssysteem mount als een bestand of map wordt geraadpleegd.
De registers die bepalen op welk adresbereik een PCI-apparaat zal reageren.
De definitie van BIOS hangt enigszins af van de context. Sommige mensen verwijzen ernaar als de ROM-chip met een basisverzameling routines om een interface tussen software en hardware te bieden. Anderen verwijzen ernaar als de verzameling routines die de chip bevat die helpen het systeem op te starten. Sommigen kunnen er ook naar verwijzen als het scherm dat gebruikt wordt om het opstartproces te configureren. Het BIOS is PC-specifiek maar andere systemen hebben iets soortgelijks.
Een implementatie van de DNS protocollen.
Deze naam heeft de Computer Systems Research Group (CSRG) van de The University of California in Berkeley gegeven aan de verbeteringen en aanpassingen die ze hebben gemaakt aan AT&T's 32V UNIX®. FreeBSD is een afstammeling van het werk van de CSRG.
Een fenomeen waar blijkt dat veel mensen een mening geven over een eenvoudig onderwerp terwijl er weinig of geen discussie ontstaat over een complex onderwerp. Op FAQ is meer te lezen over het ontstaan van de term.
Zie: Carrier Detect
Zie: Clear To Send
Een RS232C signaal dat aangeeft dat er een drager is ontdekt.
Ook bekend als de processor. Dit zijn de hersenen van de computer waar alle berekeningen plaatsvinden. Er zijn een aantal verschillende architecturen met verschillende instructieverzamelingen. Onder de bekendere bevinden zich de Intel-x86 en afgeleiden, Sun SPARC, PowerPC, en Alpha.
Een methode om een gebruiker te authenticeren, gebaseerd op een geheim gedeeld tussen te cliënt en de server.
Een RS232C signaal dat het andere systeem toestemming geeft om gegevens te sturen.
Zie ook: Request To Send.
Een versiebeheersysteem, dat een methode biedt om te werken met vele verschillende revisies van bestanden en deze bij te houden. CVS biedt de mogelijkheid om individuele veranderingen te extraheren, samen te voegen, en terug te draaien, en het biedt te mogelijkheid om bij te houden welke veranderingen waren gemaakt, door wie en om welke reden.
Zie: Debugger
Zie: Domain Name System
Zie: Data Set Ready
Zie: Data Terminal Ready
Een methode om informatie te versleutelen, traditioneel gebruikt als de methode om UNIX-wachtwoorden te versleutelen en als de functie crypt(3).
Een RS232C signaal verzonden van het modem naar de computer of terminal om een bereidheid om gegevens te versturen en te ontvangen aan te geven.
Zie ook: Data Terminal Ready.
Een RS232C signaal verzonden van de computer of terminal naar het modem om een bereidheid om gegevens te versturen en ontvangen aan te geven.
Een interactieve in-kernel faciliteit om de toestand van een systeem te onderzoeken, vaak gebruikt nadat een systeem gecrasht is om de gebeurtenissen rondom de storing te bepalen.
Een ACPI tabel die basisconfiguratie-informatie over het basissysteem biedt.
Het systeem dat menselijk leesbare hostnamen (i.e., mail.example.net) omzet in Internetadressen en andersom.
Een protocol dat dynamisch IP-adressen aan een computer (host) toekent wanneer het er een vraagt van de server. De adrestoekenning wordt een “lease” genoemd.
Zie: Extended COFF
Een lid van de familie van hoogniveau protocollen geïmplementeerd bovenop TCP dat gebruikt kan worden om bestanden over een TCP/IP netwerk te versturen.
De naam van het wederzijdse uitsluitingsmechanisme (een sleep mutex) die veel kernelbronnen beschermt. Hoewel in de dagen dat er op een machine maar enkele tientallen processen draaiden, er één netwerkkaart in zat en echt maar één processor, een eenvoudig sleutelmechanisme toereikend was, is het in de huidige tijden een onaanvaardbare beperking voor prestaties. FreeBSD ontwikkelaars werken actief om het te vervangen door sloten die individuele bronnen beschermen waardoor er meer ruimte komt voor parallelisme voor zowel machines met één als meerdere processoren.
Een systeem waarin gebruiker en compiter interacteren door mideel van afbeeldingen.
Zie: HangUp
De opmaaktaal voor webpagina's.
Zie: Invoer/Uitvoer
Zie: Intel’s ASL compiler
Zie: Internet Protocol
Zie: IP Firewall
Zie: IP Versie 4
Zie: IP Versie 6
Versie 4 van het IP protocol, dat 32 bits gebruikt voor adressering. Deze versie wordt nog steeds het meest gebruikt, maar het wordt langzaam vervangen door IPv6.
Zie ook: IP Versie 6.
Het nieuwe IP protocol. Uitgevonden omdat de adresruimte in IPv4 opraakt. Gebruikt 128 bits voor adressering.
Intel’s compiler voor de conversie van ASL naar AML.
Een protocol om emailberichten op een mailserver te benaderen, gekarakteriseerd doordat de berichten normaliter op de server worden gehouden in tegenstelling tot te worden gedownload naar de mailleescliënt.
Het pakketverstuurprotocol dat het basisprotocol op het Internet is. Oorspronkelijk ontwikkeld op het Ministerie van Defensie van de Verenigde Staten en een extreem belangrijk deel van de TCP/IP stack. Zonder het Internet Protocol zou het Internet niet zijn geworden wat het vandaag is. Zie voor meer informatie RFC 791.
Een bedrijf dat toegang biedt tot het Internet.
Japans voor “schildpad”. De term KAME wordt in computerkringen gebruikt om te verwijzen naar het KAME Project, dat werkt aan de implementatie van IPv6.
Een methode om dynamisch functionaliteit in een FreeBSD-kernel te laden zonder het systeem opnieuw te starten.
Een door de kernel ondersteund threading systeem. Op de project homepage staan meer details.
Gebruikt om bandbreedte te meten (hoeveel gegevens kunnen een gegeven punt in een gespecificeerde hoeveelheid tijd passeren). Alternatieven voor de Kilo prefix omvatten Mega, Giga, Tera, enzovoorts.
Zie: Lock Order Reversal
Een netwerk gebruik in een lokaal gebied, bijvoorbeeld kantoor, huis, enzovoorts.
De FreeBSD kernel gebruikt een aantal bronsloten om tussen die bronnen te bemiddelen. In de FreeBSD current kernels zit een run-time slotdiagnosesysteem, witness(4), dat in release versies wordt verwijderd, waarmee potentiele deadlocks vanwege slotfouten opgespoord kunnen worden. witness(4) is redelijk conservatief en daarom zijn vals-positieven mogelijk. Een echte positief geeft aan dat “in het slechtste geval op dat punt een deadlock had plaatsgevonden.”.
Echte positieve LOR's worden meestal snel opgelost, dus is het verstandig http://lists.FreeBSD.org/mailman/listinfo/freebsd-current en Voorgekomen LOR's te bekijken alvorens te mailen naar mailinglijsten.
Zie: Mail Transfer Agent
Zie: Mail User Agent
Een toepassing gebruikt om email te versturen. Een MTA maakte traditioneel deel uit van het basissysteem van BSD. Tegenwoordig zit Sendmail in het basissysteem, maar er zijn vele andere MTAs, zoals postfix, qmail en Exim.
Een toepassing die door gebruikers wordt gebruikt om email af te beelden en te schrijven.
Functionaliteit of een patch samenvoegen vanuit de -CURRENT tak of een andere, meestal -STABLE.
Het samenvoegen van functionaliteit of een patch vanuit het Perforce repository naar de -CURRENT tak.
Zie ook: Perforce.
In het FreeBSD ontwikkelproces wordt een wijziging gecommit in de -CURRENT tak om deze te testen voordat deze wordt samengevoegd naar -STABLE. In bijzondere gevallen gaat een wijziging eerst naar -STABLE en wordt dan pas samengevoegd naar -CURRENT.
Deze term wordt ook gebruikt als een patch wordt samengevoegd uit -STABLE naar een beveiligingstak.
Een bericht, meestal getoond bij aanmelden, dat vaak gebruikt wordt om informatie aan gebruikers te geven.
Zie: Project Evil
Zie: New Technology File System (Nieuwe Technologie Bestandssysteem)
Een techniek waarbij IP pakketten worden herschreven tijdens de weg door een gateway, zodat vele machines achter de gateway effectief een enkel IP adres kunnen delen.
Een bestandssysteem dat door Microsoft® is ontwikkeld en beschikbaar is voor haar “New Technology” besturingssystemen als Windows® 2000, Windows NT® en Windows XP.
Een middel om klokken over een netwerk te synchroniseren.
Zie: Overtaken By Events
Zie: On-Demand Mail Relay
Een verzameling programma's, bibliotheken en gereedschappen die toegang geeft tot de hardwarebronnen van een computer. Tegenwoordig variëren besturingssystemen van simplistische ontwerpen die slechts één programma tegelijk kunnen draaien dat slechts één apparaat benadert, tot volledige meergebruikers-, meertaaks- en meerprocessystemen, waarbij elk van hen tientallen verschillende toepassingen draaien.
Geeft aan dat een voorgestelde verandering (zoals een Problem Report of een feature request) niet langer relevant of van toepassing is vanwege bijvoorbeeld veranderingen aan FreeBSD, wijzigingen in netwerkstandaarden, overbodig worden van hardware, enzovoort.
Zie: Perforce
Zie: Physical Address Extensions (Fysieke Adresuitbreidingen)
Zie: Password Authentication Protocol (Wachtwoord Authenticatieprotocol)
Zie: Personal Computer
Zie: Personal Computer Network File System Daemon (PC Netwerkbestandssysteem Daemon)
Zie: Proces ID
Zie: Principle Of Least Astonishment (Principe van Kleinste Verbazing)
Zie: Post Office Protocol
Zie: PPP over ATM
Zie: PPP over Ethernet
Zie: Problem Report
Een broncodebeheerproduct gemaakt door Perforce Software dat geavanceerder is dan CVS. Hoewel niet opensource, is het kosteloos te gebruiken voor opensourceprojecten zoals FreeBSD.
Sommige FreeBSD-ontwikkelaars gebruiken een Perforce repository als een ontwikkelgebied voor code die te experimenteel voor de -CURRENT tak wordt geacht.
Een methode voor het inschakelen van toegang tot 64 GB RAM op systemen die fysieke een 32-bit brede adresruimte hebben (en daarom zonder PAE een limiet van 4 GB zouden hebben).
Een mythisch hoofddeksel dat rondgaat tussen FreeBSD committers die een kapotte build veroorzaken, aflopende revisienummers veroorzaken of op een andere manier problemen veroorzaken in de broncode. Alle committers die ook maar iets waard zijn, hebben meestal snel een kast vol. Het gebruik is (bijna altijd) grappig bedoeld.
Zie ook: Post Office Protocol Version 3.
Een protocol om emailberichten op een mailserver te benaderen, gekarakteriseerd doordat berichten normaliter worden gedownload van de server naar de cliënt, in tegenstelling tot op de server te blijven staan.
Zie ook: Internet Message Access Protocol.
In de evolutie van FreeBSD moeten zichtbare wijzigingen voor gebruikers vooral geen grote verrassing zijn. Het willekeurig reorganiseren van bijvoorbeeld de opstartvariabelen van het systeem in /etc/defaults/rc.conf is in strijd met POLA. Ontwikkelaart houden rekening met POLA bij het uitvoeren van systeemwijzigingen die zichtbaar zijn voor gebruikers.
Een beschrijving van een probleem dat gevonden is in òfwel de broncode òfwel de documentatie van FreeBSD. Zie Writing FreeBSD Problem Reports.
Een nummer dat bij een uniek proces op een systeem hoort, waarmee het geïdentificeerd kan worden en ervoor zorgt dat er acties op uitgevoerd kunnen worden.
De werktitel van de NDISulator, geschreven door Bill Paul, die het zo heeft genoemd omdat het zo verschikkelijk is, vanuit een filosofisch standpunt, dat een dergelijk iets nodig is. De NDISulator is een speciale module voor compatibiliteit met Microsoft Windows NDIS miniport netwerkstuurprogramma's voor FreeBSD/i386. Dit is meestal de enige manier om kaarten te gebruiken waarvoor de broncode voor het stuurprogramma niet openbaar is. Meer is te vinden in src/sys/compat/ndis/subr_ndis.c.
Zie: Router Advertisement
Zie: Random Access Memory
Zie: Received Data
Zie: Request For Comments
Zie: Request To Send
Het Revision Control System (RCS) is een van de oudste software-pakketten dat “revisie-beheer” voor platte bestanden implementeert. Het voorziet in het opslaan, ophalen, archiveren, loggen, identificeren en samenvoegen van meerdere revisies voor elk bestand. RCS bestaat uit vele kleine samenwerkende gereedschappen. Het mist sommige eigenschappen die in modernere revisie-controlesystemen zoals CVS of Subversion zitten, maar het is erg eenvoudig om te installeren, configureren, en gebruiken voor een klein aantal bestanden. Implementaties van RCS zijn in elk groot UNIX-achtig besturingssysteem aanwezig.
Zie ook: Concurrent Versions System, Subversion.
Een RS232C pin of draad waarop gegevens worden ontvangen.
Zie ook: Transmitted Data.
Een standaard voor communicatie tussen seriële apparaten.
Een benadering van processorontwerp waarbij de bewerkingen die de hardware kan uitvoeren versimpeld en zo generiek mogelijk zijn. Dit kan leiden tot lager energieverbruik, minder transistors en in sommige gevallen, betere prestaties en verhoogde codedichtheid. Voorbeelden van RISC processoren omvatten de Alpha, SPARC®, ARM®, en PowerPC®.
Zie: Repository Copy
Het direct kopiëren van bestanden binnen het CVS repository.
Zonder een repocopy, als een bestand gekopieerd of verplaatst moest worden, zou de committer cvs add draaien om het bestand op de nieuwe plaats te zetten, en vervolgens cvs rm op het oude bestand als de oude kopie werd verwijderd.
Het nadeel van deze methode is dat de geschiedenis (i.e. de ingangen in de CVS logs) van het bestand niet gekopieerd werd naar de nieuwe plaats. Aangezien het FreeBSD Project deze geschiedenis zeer bruikbaar acht, wordt in plaats hiervan vaak een repocopy gebruikt. Dit is een proces waarbij een van de repository meisters de bestanden direct binnen het repository kopiëren, in plaats van het programma cvs(1) te gebruiken.
Een verzameling documenten die Internetstandaarden, protocollen, enzovoorts definiëren. Zie www.rfc-editor.org.
Ook gebruikt als algemene term wanneer iemand een verandering voorstelt en terugkoppeling wil.
Een RS232C signaal dat verzoekt dat het verre systeem begint met het versturen van gegevens.
Zie ook: Clear To Send.
Zie: Signal Ground
Zie: Server Message Block
Zie: SMTP Authentication
Zie: Secure Shell
Zie: Suspend To RAM
Zie: Subversion
Een RS232 pin of draad die de aardereferentie voor het signaal is.
Subversion is een versiebeheersysteem, vergelijkbaar met CVS, maar met een uitgebreidere lijst mogelijkheden.
Zie ook: Concurrent Versions System.
Zie: Transmitted Data
Zie: Trivial FTP
Zie: Time Stamp Counter
Een “profiling counter” die in moderne Pentium® processoren zit die het aantal kloktikken telt van de kernfrequentie.
Een protocol dat bovenop (b.v.) het IP protocol zit en garandeert dat pakketten in een betrouwbare en ordelijke manier worden afgeleverd.
De term oor de combinatie van het TCP protocol dat over het IP protocol draait. Veel van het Internet draait op TCP/IP.
Een RS232C pin of draad waarover gegevens worden verstuurd.
Zie: User ID
Zie: Universal Serial Bus
Een methode om een bron aan te wijzen, zoals een document op het Internet en een manier om die bron te identificeren.
Het originele bestandssysteem van UNIX, soms het Berkeley Fast File System genoemd.
Een uitbreiding op UFS1, geïntroduceerd in FreeBSD 5-CURRENT. UFS2 voegt blokpointers van 64 bits (hiermee de 1T-grens doorbrekende), ondersteuning voor uitgebreide opslag van bestanden en andere mogelijkheden toe.
Een hardware-standaard die gebruikt wordt om een grote verscheidenheid aan computerapparatuur met een universele interface te verbinden.
Een uniek nummer dat wordt toegewezen aan een gebruiker of een computer waarmee bronnen en rechten die zijn toegewezen kunnen worden geïdentificeerd.
Een simpel, onbetrouwbaar datagramprotocol dat gebruikt wordt om gegevens op een TCP/IP-netwerk uit te wisselen. UDP biedt geen foutcontrole en -correctie zoals TCP dat doet.