WaarschuwingVanaf FreeBSD 8.0 zijn de seriële poorten hernoemd van /dev/cuadN naar /dev/cuauN en van /dev/ttydN naar /dev/ttyuN. FreeBSD 7.X gebruikers moeten de documentatie aanpassen naar deze wijzigingen.
De volgende tips dienen voor het maken van een verbinding met een andere computer per modem. Dit is geschikt voor het opzetten van een terminalsessie met een gast op afstand.
Dit is nuttig bij het aanmelden op een BBS.
Dit soort verbinding kan extreem behulpzaam zijn om een bestand op het Internet te krijgen indien er problemen zijn met PPP. Indien FTP ergens voor nodig is en PPP kapot is, kan de terminalsessie voor FTP gebruikt worden. Vervolgens kan zmodem gebruikt worden om het naar de machine te verzenden.
In feite is de hulppagina voor tip verouderd. Er is al een generiek belprogramma voor Hayes ingebouwd. Gebruik at=hayes in het bestand /etc/remote.
Het stuurprogramma voor Hayes is niet slim genoeg om enkele geavanceerde eigenschappen van nieuwere modems te herkennen. Berichten als BUSY (in gesprek), NO DIALTONE (geen kiestoon) of CONNECT 115200 (verbinden 115200) verwarren het stuurprogramma. Schakel deze berichten uit bij gebruik van tip (door middel van ATX0&W).
Verder is de beltimeout voor tip 60 seconden. Het modem dient een lagere waarde te gebruiken om te voorkomen dat tip denkt dat er een probleem met de communicatie is. Probeer ATS7=45&W.
Maak een zogenaamde “directe” regel in het bestand /etc/remote aan. Als het modem bijvoorbeeld aan de eerste seriële poort, /dev/cuau0, is gekoppeld, voeg dan de volgende regel toe:
cuau0:dv=/dev/cuau0:br#19200:pa=none
Gebruik voor de mogelijkheid br de hoogst ondersteunde snelheid van het modem in bps. Typ hierna tip cuau0 om een verbinding met het modem te maken.
Als alternatief kan cu als root met het volgende commando gebruikt worden:
# cu -llijn -ssnelheid
De waarde lijn is de seriële poort (bijvoorbeeld /dev/cuau0) en snelheid is de snelheid (bijvoorbeeld 57600). Als alle AT-commando's zijn ingevoerd, voer dan ~. in om het programma te verlaten.
Het teken @ in de telefoonnummermogelijkheid vertelt tip om in /etc/phones naar een telefoonnummer te kijken. Maar het teken @ is ook een speciaal teken in specificatiebestanden als /etc/remote. Gebruik een backslash om hieraan te ontsnappen:
pn=\@
Voeg een zogenaamde “generieke” regel aan het bestand /etc/remote toe. Bijvoorbeeld:
tip115200|Bel elk telefoonnummer met 115200 bps:\ :dv=/dev/cuau0:br#115200:at=hayes:pa=none:du: tip57600|Bel elk telefoonnummer met 57600 bps:\ :dv=/dev/cuau0:br#57600:at=hayes:pa=none:du:
Hierna zijn onder andere de volgende mogelijkheden beschikbaar:
# tip -115200 5551234
Indien cu boven tip geprefereerd wordt, dient een generieke regel voor cu gebruikt te worden:
cu115200|Gebruik cu om elk nummer met 115200bps te bellen:\ :dv=/dev/cuau1:br#57600:at=hayes:pa=none:du:
Voer in:
# cu 5551234 -s 115200
Voeg een regel toe voor tip1200 of cu1200, maar gebruik een bps-snelheid die geschikt is voor de br-mogelijkheid. tip meent dat 1200 bps een goede standaardwaarde is, hierdoor zoekt het naar een regel tip1200. Uiteraard hoeft 1200 bps niet gebruikt te worden.
Om niet iedere keer te hoeven wachten totdat er verbinding is en CONNECT host in te typen, kan de mogelijkheid cm van tip gebruikt worden. Als voorbeeld bieden de onderstaande regels in /etc/remote de mogelijkheid om tip pain of tip muffin in te typen om met de hosts pain of muffin te verbinden, en tip deep13 om naar de terminalserver te gaan:
pain|pain.deep13.com|Forresters machine:\ :cm=CONNECT pain\n:tc=deep13: muffin|muffin.deep13.com|Franks machine:\ :cm=CONNECT muffin\n:tc=deep13: deep13:Gizmonics Institute terminalserver:\ :dv=/dev/cuau2:br#38400:at=hayes:du:pa=none:pn=5551234:
Dit is een vaak een probleem als een universiteit een handvol modemlijnen en enkele duizenden studenten heeft die ze proberen te gebruiken.
Voeg een regel voor de universiteit toe in /etc/remote en gebruik @ voor de mogelijkheid pn:
grote-universiteit:\ :pn=\@:tc=dialout dialout:\ :dv=/dev/cuau3:br#9600:at=courier:du:pa=none:
Voeg hierna de telefoonnummers voor de universiteit toe aan /etc/phones:
grote-universiteit 5551111 grote-universiteit 5551112 grote-universiteit 5551113 grote-universiteit 5551114
Het commando tip probeert elk nummer in de volgorde van de lijst alvorens op te geven. Om de pogingen te herhalen, kan tip in een while-lus gedraaid worden.
Ctrl+P is het standaard “forceer”-karakter, dat gebruikt wordt om tip te vertellen dat het volgende karakter letterlijk genomen dient te worden. Het forceerkarakter kan met de ontsnapping ~s, wat “stel een variabele in” betekent, op elk ander karakter ingesteld worden.
Typ ~sforce=enkel-karakter in gevolgd door een nieuwe regel. enkel-karakter is elk enkel karakter. Indien enkel-karakter weggelaten wordt, is het forceerkarakter het nulkarakter, wat door middel van Ctrl+2 of Ctrl+spatie verkregen kan worden. Een redelijke standaardwaarde voor enkel-karakter is Shift+Ctrl+6, die slechts op enkele terminalservers gebruikt wordt.
Het forceerkarakter kan op elk gewenst karakter ingesteld worden door het volgende op te nemen in het bestand $HOME/.tiprc:
force=enkel-karakter
Waarschijnlijk is Ctrl+A ingedrukt, het “raisechar” van tip, dat speciaal voor mensen met een kapotte caps-lock toets is ontworpen. Gebruik ~s zoals boven is aangegeven en stel de variabele raisechar op iets redelijks in. Het kan zelfs op hetzelfde als het forceerkarakter worden ingesteld, indien het onwaarschijnlijk is dat een van deze mogelijkheden ooit gebruikt wordt.
Hier volgt een voorbeeld voor het bestand .tiprc dat perfect is voor gebruikers van Emacs die Ctrl+2 en Ctrl+A vaak moeten gebruiken:
force=^^ raisechar=^^
De ^^ is Shift+Ctrl+6.
In de communicatie met een ander UNIX®-systeem kunnen bestanden verzonden en ontvangen worden met de commando's ~p (put) en ~t (take). Deze commando's draaien cat en echo op een systeem op afstand om bestanden aan te nemen en te verzenden. De syntaxis is:
~p lokaal-bestand [bestand-op-afstand]
~t bestand-op-afstand [lokaal-bestand]
Er wordt niet op fouten gecontroleerd, het is dus verstandig om een ander protocol te gebruiken, zoals zmodem.
Start om bestanden te ontvangen het verstuurprogramma aan de andere kant. Typ daarna ~C rz om ze lokaal te ontvangen.
Start om bestanden te versturen het ontvangprogramma aan de andere kant. Typ daarna ~C sz bestanden om ze naar het systeem aan de andere kant te versturen.