De BSD-besturingssystemen zijn geen klonen, maar open-source afgeleiden van AT&T's Research UNIX® besturingssysteem, wat ook de voorouder is van het moderne UNIX System V. Dit kan als een verrassing komen. Hoe kon dit gebeuren als AT&T nooit zijn code als open-source heeft uitgegeven?
Het is waar dat AT&T UNIX niet open-source is, en wat betreft copyright is BSD zeer zeker niet UNIX, maar van de andere kant heeft AT&T bronnen geïmporteerd van andere projecten, nota bene de Computer Science Research Group (CSRG) van de University of California in Berkeley, CA. In 1976 is de CSRG begonnen met het uitgeven van tapes van hun software, die ze Berkeley Software Distribution of BSD noemden.
Initiële BSD-uitgaven bestonden grotendeels uit gebruikersprogramma's, maar dat veranderde enorm toen CSRG in een contract belandde met het Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA) om de communicatieprotocollen in hun netwerk, ARPANET, te vernieuwen. De nieuwe protocollen stonden bekend als Internet Protocols, later TCP/IP na de belangrijkste protocollen. De eerste wijdverbreide implementatie die gedistribueerd werd was deel van 4.2BSD, in 1982.
In de loop van de jaren 80 ontsproten er een aantal nieuwe werkstationbedrijven. Vele verkozen het om UNIX te licenseren boven het ontwikkelen van hun eigen besturingssystemen. In het bijzonder licenseerde Sun Microsystems UNIX en implementeerde het een versie van 4.2BSD, wat ze SunOS™ noemden. Toen AT&T zelf UNIX commercieel mocht verkopen, begonnen ze met een ietwat kale basisimplementatie genaamd System III, die snel gevolgd werd door System V. De codebase van System V bevatte geen netwerkcode, dus bevatten alle implementaties aanvullende software van de BSD, waaronder de TCP/IP-software, maar ook gereedschappen zoals de csh-shell en de tekstverwerker vi. Deze uitbreidingen stonden gezamenlijk bekend als de Berkeley Extensions.
De BSD-tapes bevatten de broncode van AT&T en hadden dus een UNIX bronlicentie nodig. Tegen 1990 raakten de fondsen van de CSRG uitgeput, en er dreigde sluiting. Sommige leden van de groep besloten om de BSD-code uit te geven, welke Open Source was, zonder de propriëtaire code van AT&T. Dit gebeurde eindelijk met de Networking Tape 2, gewoonlijk bekend als Net/2. Net/2 was geen compleet besturingssysteem: ongeveer 20% van de kernelcode ontbrak. Een van de leden van de CSRG, William F. Jolitz, schreef de overblijvende code en gaf het in het begin van 1992 uit als 386BSD. In diezelfde tijd begon een andere groep van ex-CSRG-leden een commercieel bedrijf genaamd Berkeley Software Design Inc. en gaf een betaversie van een besturingssysteem genaamd BSD/386 uit, welke op dezelfde bronnen was gebaseerd. De naam van het besturingssysteem werd later veranderd in BSD/OS.
386BSD werd nooit een stabiel besturingssysteem. In plaats daarvan splitsten er twee andere projecten van af in 1993: NetBSD en FreeBSD. De twee projecten groeiden oorspronkelijk uit elkaar wegens verschillen in de hoeveelheid geduld om op verbeteringen aan 386BSD te wachten: de mensen van NetBSD begonnen in het begin van het jaar, en de eerste versie van FreeBSD was niet klaar voor het einde van het jaar. In de tussentijd waren de codebases genoeg uit elkaar gegroeid om samenvoegen ervan moeilijk te maken. Tevens hadden de projecten verschillende doelen, wat we hieronder zullen zien. In 1996 splitste OpenBSD zich af van NetBSD, en in 2003 splitste DragonFlyBSD zich af van FreeBSD.